Jaarstukken 2018

Balans en de toelichting

Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling

Inleiding

Bij het maken van deze rekening volgden we de regels uit het Besluit begroting en verantwoording (BBV). In dit besluit zegt het Rijk hoe we de rekening moeten opstellen.

Algemene grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening

  • De waardering van de activa en passiva bestaat uit de oorspronkelijke kosten die we hiervoor betaalden. En, de bedragen die we hiervoor ontvingen. Dit geldt ook voor de bedragen genoemd in het overzicht van baten en lasten.
  • De baten en lasten rekenen we toe aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Baten en winsten namen we alleen op wanneer we deze op balansdatum realiseerden.
  • Verliezen en risico's, die ontstonden voor het einde van het begrotingsjaar, verwerkten we. Mits ze voor het opmaken van de jaarrekening bekend waren.
  • Dividendopbrengsten van deelnemingen verwerken we in het jaar waarop het dividend ontvangen wordt.
  • Personeelslasten rekenen we toe aan het begrotingsjaar waarop ze betrekking hebben. Echter, het BBV geeft een verbod voor een gedeelte van deze kosten. Dit verbod houdt in 'dat het niet is toegestaan om voorzieningen en schulden uit hoofde van jaarlijks terugkerende arbeidskostengerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume op te nemen'. Daarom  rekenen we sommige personeelslasten toe aan de periode waarin uitbetaling plaatsvindt. Een voorbeeld hiervan is bijvoorbeeld ziektekostenpremie voor gepensioneerden.
  • Als er sprake is van eenmalige schokeffecten, dan vormen we wel een verplichting. Dit geldt bijvoorbeeld in geval van reorganisaties.

Balans

Vaste activa

  • Onder de vaste activa nemen we afzonderlijk op de immateriële, de materiële en de financiële vaste activa.
  • Activa, aangeschaft voor 2011 schrijven we af volgens het afschrijvingsbeleid van de voormalige gemeenten. De afschrijvingen van activa die we in 2011 en daarna aanschaften, verwerkten we volgens ons huidige afschrijvingsbeleid.

Immateriële vaste activa

  • De immateriële vaste activa waarderen we tegen de prijs die we in het verleden op het moment van aanschaf hebben betaald of kosten die we gemaakt hebben om de activa te maken. De kosten verminderen we met afschrijvingen en waardeverminderingen die naar verwachting duurzaam zijn.
  • Bijdragen aan activa van derden activeren we. Deze bijdragen activeren we op het bedrag van bijdragen die we verstrekten. We schrijven de bedragen af in de periode waarin het hierbij betrokken actief van de derde bijdraagt aan de publieke taak. De gemeente stelde hier voorwaarden aan.

Materiële vaste activa

  • Eventuele specifieke investeringsbijdragen die we ontvingen van derden brachten we in mindering op de activa. Op het restant schrijven we af.
  • De activa verminderen we met afschrijvingen en waardeverminderingen die naar verwachting duurzaam zijn.
  • Verder maken we onderscheid in:
  • investeringen met economisch nut;
  • investeringen met economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven;
  • investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut.
  • Op grondbezit met economisch nut (buiten de openbare ruimte) schrijven we niet af. Bij de waardering houden we rekening met een bijzondere vermindering van de waarde, mocht deze naar verwachting duurzaam zijn.

Financiële vaste activa

  • Kapitaalverstrekkingen aan gemeenschappelijke regelingen en leningen u/g nemen we op tegen de nominale waarde. Wanneer noodzakelijk brengen we een voorziening voor verwachte oninbaarheid hierop in mindering.
  • Participaties in aandelenkapitaal van NV’s en BV’s  waarderen we tegen de prijs die we in het verleden hiervoor betaalden. Wanneer de waarde van de aandelen langdurig daalt tot onder deze prijs, dan verminderen we deze waardering.
  • Bijdragen aan activa van derden activeren we. Deze bijdragen activeren we op het bedrag van bijdragen die we verstrekten. We schrijven de bedragen af in de periode waarin het hierbij betrokken actief van de derde bijdraagt aan de publieke taak. De gemeente stelde hier voorwaarden aan.

Vlottende activa

Voorraden

  • De voorraden bestaan uit:
    • grond- en hulpstoffen onderhanden werk (bouwgronden in exploitatie);
    • gereed product en handelsgoederen (eigen verklaringen).
  • De voorraad grond- en hulpstoffen waarderen we tegen de prijs die we hiervoor betaalden. Inclusief eventuele bijkomende kosten. Mocht de marktwaarde lager zijn, dan waarderen we de voorraden af. Winsten nemen we bij gedeeltelijke of gehele afsluiting van de grondexploitaties. Bij een verwacht verlies nemen we een voorziening op. De hoogte  daarvan bepalen we van het verwachte resultaat tegen contante waarde in het betreffende boekjaar.
  • Ook de voorraad gereed product en handelsgoederen waarderen we tegen de prijs die we hiervoor betaalden bij aanschaf. Ook hier inclusief eventuele bijkomende kosten.

Vorderingen en overlopende activa

  • Vorderingen waarderen we tegen nominale waarde.
  • Voor verwachte oninbaarheid brengen we een voorziening in mindering. De debiteuren belastingen, bijstand en overige debiteuren beoordeelden we op opnieuw op kans van invordering. Daarmee bepaalden we de stand van de voorzieningen.

Liquide middelen en overlopende posten

  • Deze activa nemen we tegen nominale waarde op.

Vaste passiva

  • Onder vaste passiva verstaan we het eigen vermogen, de voorzieningen en de vaste schulden van leningen met een looptijd langer dan een jaar.

Eigen vermogen

  • Het eigen vermogen bestaat uit reserves en het resultaat na bestemming volgend uit de jaarrekening.
  • Ons beleid over reserves en voorzieningen ligt vast in de nota herijking reserves en voorzieningen 2017. De raad stelde deze in mei 2017 vast. De nota vindt u hier.

Voorzieningen

  • Hieronder nemen we bedragen op om te kunnen voldoen aan verplichtingen die in de toekomst (kunnen) ontstaan. De voorzieningen waarderen we op het nominale bedrag van de verplichting en of het voorzienbare verlies.
  • Pensioenvoorzieningen waarderen we tegen contante waarde. Dit is de huidige waarde van een geldbedrag dat pas in de toekomst beschikbaar is.

Vaste schulden

  • Hieronder staan opgenomen de leningen met een looptijd langer dan een jaar. Deze waarderen we tegen nominale waarde.

Vlottende passiva

  • Onder vlottende passiva verstaan we schulden die we binnen een jaar moeten betalen. En schulden waar we nog geen factuur voor hebben ontvangen. De vlottende passiva waarderen we tegen nominale waarde.

Borg- en garantstellingen

  • De gemeente verstrekte voor een aantal leningen een waarborg. Van deze waarborgen namen we onderaan de balans het totaalbedrag op van de geborgde schuldrestanten per einde boekjaar.

Niet uit de balans blijkende (financiële) verplichtingen

  • De gemeente ging verplichtingen aan die niet uit de balans blijken. We geven een actueel beeld van deze verplichtingen. U kunt daarbij denken aan langlopende onderhoudscontracten voor automatisering, telefoniecontracten en leasecontracten.
ga terug